Vragen en antwoorden over Ontwerp Programma Landelijk Gebied en Duurzame Greenport Duin- en Bollenstreek

Algemeen

De Duin- en Bollenstreek is internationaal bekend om de bloembollenteelt en de ligging aan de kust. Ook recreatie en ondernemerschap zijn een kenmerk van dit gebied. Maar de streek staat voor grote uitdagingen: er is meer vraag naar woningen, landschap en natuur staan onder druk, het klimaat verandert, en we willen genoeg duurzame energie produceren.

Daarom werken Hillegom, Lisse, Teylingen, Noordwijk en Katwijk samen aan dit Programma Landelijk Gebied en Duurzame Greenport (Programma LGDG). Het gaat over de periode 2026-2040, met een doorkijk naar 2050. Het doel? Samen zorgen dat het landelijk gebied in de Duin- en Bollenstreek mooi, leefbaar en bereikbaar blijft met een sterke en duurzame Greenport, nu én in de toekomst.

De voorganger van dit Programma Landelijk Gebied Duurzame Greenport – de Intergemeentelijke Structuurvisie Greenport (ISG) uit 2016 – heeft veel goeds opgeleverd. Zoals bescherming van het open landschap en het behoud van bollengrond. Uit de evaluatie van dit programma in 2023 zijn aanbevelingen geformuleerd. Tegelijk zijn er de afgelopen jaren nieuwe onderwerpen bijgekomen die belangrijk zijn voor onze samenleving. Zoals woningnood, energietransitie, voldoende en schoon water, biodiversiteit, gezonde leefomgeving en de druk op het landschap. De aanbevelingen en nieuwe onderwerpen bij elkaar vragen om een duidelijke koers en het opnieuw maken van afspraken over de toekomst van onze streek. 

Ja. Over het ontwerp van het Programma LGDG is meegedacht door inwoners, ondernemers, agrariërs en raadsleden van de vijf gemeenten. Ook het waterschap, de provincie, verschillende belangenorganisaties en andere betrokkenen hebben bijgedragen. In bijeenkomsten en via online enquêtes deelden ruim 2.800 inwoners en 120 jongeren t/m 27 jaar hun ideeën en zorgen.

De reacties uit de bijeenkomsten en vragenlijsten zijn gebruikt om keuzes te maken voor de toekomst. Eerst zijn er 4 modellen voor de streek uitgewerkt. Tijdens de 2e serie bijeenkomsten is hierover doorgepraat.

De uitkomsten zijn verwerkt in een uitvoerbaar en betaalbaar Ontwerp Programma voor de toekomst van de Duin- en Bollenstreek. Dit ontwerp is nog niet definitief. Iedereen kan van 12 juni t/m 23 juli 2025 een zienswijze indienen. In een zienswijze staat met welke punten van het Ontwerp Programma u het wel of niet eens bent en waarom. Zo blijft er ruimte om mee te denken en te praten over de toekomst van de streek.

  • Voldoende en schoon water en een gezonde bodem is de basis voor een gezonde leefomgeving. Water en bodem bepalen hoe we de Duin- en Bollenstreek inrichten en ontwikkelen.
  • Het kostbare open landschap behouden door verrommeling tegen te blijven gaan.
  • Een sterk en gezond landschap door meer plekken voor dieren en planten zoals bomenrijen, houtwallen, sloten, beken en natuurvriendelijke oevers. Ze verbinden natuurgebieden en zijn belangrijk voor een gezonde leefomgeving.

Dit programma helpt bij het maken van keuzes, bijvoorbeeld over waar woningen komen, hoe we natuur en landschap beschermen, en hoe we omgaan met de Greenport en met klimaat en energie. Gemeenten gebruiken het programma bij hun beleid, bij het maken van plannen en als basis voor vergunningen. Zo houden ze zich aan wat samen is afgesproken.

Vitale Greenport

Ja. Het Programma LGDG geeft aan dat in de toekomst het areaal voor bollenteelt behouden blijft. Nieuwe gebouwen of andere functies op bollengrond mogen alleen als er op een andere plek ruimte voor bollenteelt terugkomt.

Vanaf 2030 werken alle bollentelers emissieloos. Dat betekent: geen uitstoot van chemische gewasbeschermingsmiddelen in het milieu. Hiervoor komt ondersteuning via subsidies, pilots en kennisdeling.

De gemeenten, het waterschap, de provincie en de bollensector werken samen aan een bollenteelt die ook in de toekomst mogelijk is. Dat is belangrijk voor het gebied.

Toch is nu nog niet met zekerheid te zeggen hoe de bollenteelt er ná 2040 uitziet. Door klimaatverandering krijgen we te maken met meer verzilting (zouter wordend water), extremer weer en minder zoet water.

Hoe snel deze veranderingen gaan, is nog onzeker. Daarom wordt er onderzoek gedaan naar verschillende klimaatscenario’s. Op basis daarvan wordt gekeken: wat is wél mogelijk, waar, tot wanneer en tegen welke kosten?

De natuur wordt sterker door meer groen zoals bomenrijen, houtwallen, sloten, beken en natuurvriendelijke oevers. Ze verbinden natuurgebieden en zijn belangrijk voor een gezonde leefomgeving voor mensen, dieren en planten.

Klimaatverandering zorgt voor perioden van grote droogte met kans op verzilting en dan juist weer voor wateroverlast. Dat zet de landbouw én de natuur onder druk.

Daarom staat in het Programma LGDG dat water en bodem richting geven bij besluiten over het inrichten van de streek.

Oude, rommelige of slecht onderhouden gebouwen die het landschap aantasten. Die verstoren het kostbare open landschap. Het is belangrijk die op te ruimen -en in te passen in het landschap.

Aantrekkelijke woonregio

Er is een groot tekort aan betaalbare woningen, vooral voor starters, jongeren en ouderen. Er zijn nog maximaal 50 hectares beschikbaar voor nog te bouwen Greenportwoningen. Die willen we daarvoor inzetten.

Woningbouw gebeurt vooral aan stads- en dorpsranden. Zo blijft de levendigheid van de dorpen en steden behouden. Door niet in de meest open gebieden te bouwen, blijft het karakter van de streek behouden, met haar weidse uitzichten en kleurrijke velden.

Het Programma LGDG geeft aan dat duurzame en betaalbare huisvesting belangrijk is voor arbeidskrachten in de bollenteelt en andere sectoren. Scholing en aantrekkelijke arbeidsvoorwaarden helpen personeelstekorten op te vangen. Daaraan werken gemeenten samen met werkgevers en woningcorporaties.

Een bedrijvige regio

Het Programma LGDG gaat uit van het juiste bedrijf op de juiste plek. Bedrijven die geen relatie hebben met de Greenport, kunnen vooral uitbreiden op bestaande bedrijventerreinen. Zo kan het landelijk gebied gebruikt worden voor bedrijven die juist wel een relatie hebben met de Greenport.

De Duin- en Bollenstreek is grensverleggend in maakindustrie die veel kennis vraagt. Kennis- en innovatie helpen de economie verder te ontwikkelen. Bedrijven die hieraan bijdragen krijgen de mogelijkheid om te groeien.

Het Programma LGDG zich op kwaliteit. Dat betekent geen grote nieuwe attracties of grootschalige uitbreidingen. Maar juist een verbetering van het bestaande recreatie aanbod. Bezoekers worden gespreid over het jaar, zodat er minder drukte is in het voorjaar en de zomer. De Keukenhof wordt een belangrijke etalage voor duurzame, toekomstgerichte bloementeelt.

Een bereikbare regio

Het Programma LGDG sluit daarvoor aan bij de bestaande onderzoeksprojecten die de provincies Noord- en Zuid-Holland, de samenwerkingsverbanden Holland Rijnland en Vervoerregio Amsterdam en de gemeenten Hillegom, Lisse, Teylingen en Noordwijk samen met Haarlemmermeer uitvoeren.

Die gaan over (snel)fietsmaatregelen, de verbinding N208 – A44 (Lisse – Lisserbroek) en de verbinding N206 – N207 met aftakking naar station Hillegom. Ook openbaar vervoer is belangrijk: de verbinding Noordwijk-Schiphol heeft een eigen projectorganisatie.

De verantwoordelijkheid voor grote(re) infrastructurele projecten ligt voornamelijk bij het Rijk en de provincie(s).

Een duurzame regio

De Duin- en Bollenstreek wil bijdragen aan duurzame energie en minder uitstoot van broeikasgassen door de aardwarmte te gebruiken die in de streek aanwezig is en door zon op daken. In de Duin- en Bollenstreek is genoeg aardwarmte om de hele streek te verwarmen. Daarbij wordt er warm water uit de diepe bodem gehaald.

Daarnaast zet het Programma LGDG in op zonnepanelen op daken en schuren en op daken van huizen, bedrijven en instellingen.

Het volle stroomnet belemmert nu nieuwe ontwikkelingen. Om te zorgen dat de streek een sterke, duurzame plek blijft om te ondernemen, helpen nieuwe elektriciteitsstations.

Meedenken en reageren op het Programma LGDG

Ja. Tijdens de officiële inspraakperiode (12 juni t/m 23 juli 2025) kan iedereen schriftelijk of mondeling een zienswijze indienen. In een zienswijze beschrijft u met welke punten van het Ontwerp Programma u het wel of niet eens bent en waarom. Deze punten kan de gemeente eventueel meenemen in het definitieve besluit.

Het Ontwerp Programma ligt van 12 juni tot en met 23 juli 2025 ter inzage in de gemeentehuizen van Lisse, Hillegom, Teylingen, Katwijk en Noordwijk. En op de gemeentelijke websites als digitale versie. De officiële digitale versie van het ontwerpprogramma kan je vinden via het Omgevingsloket. Het document is bij ‘document zoeken’ terug te vinden onder de naam ‘Programma Teylingen’ of Programma ‘Hillegom’ of Programma ‘Lisse’ of Programma Katwijk’. Vanwege softwareproblemen is het programma voor Noordwijk nog niet te bereiken, maar het programma is voor alle 5 gemeenten inhoudelijk hetzelfde. Vul bij document zoeken daarom bijvoorbeeld in: Programma Teylingen.

Wil je langskomen op één van de 5 gemeentehuizen om het Programma LGDG in te zien en/of een mondelinge zienswijze indienen, dan kun je telefonisch een afspraak maken. 

Een zienswijze richt u aan de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Hillegom, Katwijk, Lisse, Noordwijk en Teylingen en kun je indienen via de mail: programmaLGDG@hltsamen.nl.

Op de zienswijzen komt – naar verwachting in september dit jaar – een reactie in een zogenaamde ‘Nota van Beantwoording’. De gemeenteraden van de 5 gemeenten reageren ook op het Ontwerp Programma. Dat doen ze in de herfst van dit jaar door ‘wensen en bedenkingen’ kenbaar te maken.

Eind 2025 gaan de colleges van Hillegom, Katwijk, Lisse, Noordwijk en Teylingen het Programma definitief vaststellen. Dat doen ze nadat zij de zienswijzen en wensen en bedenkingen hebben afgewogen. In januari 2026 wordt het definitieve Programma gepubliceerd. Daarna worden verschillende thema’s uitgewerkt om plannen uit te kunnen voeren. Denk aan waar de woningbouwlocaties precies komen. Ook dan is er weer gelegenheid voor belanghebbenden voor inspraak.